Question
upstudy study bank question image url

Bj elke \( p \in \mathbb{R} \) is gegeven het paar vectoren \( \vec{a}=\left(\begin{array}{c}1 \\ -1 \\ p\end{array}\right) \) en \( \vec{b}=\left(\begin{array}{l}1 \\ p \\ 1\end{array}\right) \) Welke waarden kan de grootte van de hoek van \( \vec{a} \) en \( \vec{b} \) aannemen?

Ask by Ramirez Vaughn. in Suriname
Dec 04,2024

Real Tutor Solution

Tutor-Verified Answer

Answer

De grootte van de hoek tussen de vectoren \( \vec{a} \) en \( \vec{b} \) kan alle waarden aannemen in het interval \( [0, \pi] \), wat overeenkomt met hoeken tussen 0 en 180 graden.

Solution

Sign in to Unlock Answers for Free!

A Learning Platform Trusted by Millions of Real Students and Teachers.

star-icon Unlock

Reviewed and approved by the UpStudy tutoring team

The Deep Dive

Om de grootte van de hoek tussen de vectoren \(\vec{a}\) en \(\vec{b}\) te bepalen, maken we gebruik van de formule voor de cosinus van de hoek \(\theta\) tussen twee vectoren, die gegeven is door: \[ \cos(\theta) = \frac{\vec{a} \cdot \vec{b}}{\|\vec{a}\| \|\vec{b}\|} \] Hierbij is \(\vec{a} \cdot \vec{b}\) het inwendige product van de vectoren, en \(\|\vec{a}\|\) en \(\|\vec{b}\|\) zijn de normen van deze vectoren. We berekenen eerst het inwendige product: \[ \vec{a} \cdot \vec{b} = 1 \cdot 1 + (-1) \cdot p + p \cdot 1 = 1 - p + p = 1 \] Nu berekenen we de normen van \(\vec{a}\) en \(\vec{b}\): \[ \|\vec{a}\| = \sqrt{1^2 + (-1)^2 + p^2} = \sqrt{1 + 1 + p^2} = \sqrt{2 + p^2} \] \[ \|\vec{b}\| = \sqrt{1^2 + p^2 + 1^2} = \sqrt{1 + p^2 + 1} = \sqrt{2 + p^2} \] Nu kunnen we \(\cos(\theta)\) uitdrukken: \[ \cos(\theta) = \frac{1}{\sqrt{2 + p^2} \sqrt{2 + p^2}} = \frac{1}{2 + p^2} \] De waarde van \(\cos(\theta)\) kan variëren afhankelijk van \(p\). Aangezien \(p\) een reëel getal is, kan \(p^2\) elk niet-negatief getal aannemen en daarom varieert \(2 + p^2\) van \(2\) tot oneindig. Hieruit volgt: - Voor \(p = 0\) is \(\cos(\theta) = \frac{1}{2}\), wat betekent dat \(\theta = 60^\circ\). - Voor \(p \to \infty\) wordt \(\cos(\theta) \to 0\) en dus \(\theta \to 90^\circ\) (de vectoren zijn orthogonaal). - Wanneer \(p^2\) groter wordt dan \(2\), kan \(\theta\) toenemen, waarbij \(\cos(\theta)\) daalt, tot een waarde van \(1\) bij \(p \to 0\). Door deze informatie samen te nemen, kunnen we concluderen dat de hoek \(\theta\) tussen de vectoren alles kan aannemen van \(60^\circ\) tot \(90^\circ\) indien \(p\) in verschillende ranges varieert, met inderdaad een waarde van \(0^\circ\) (in geval dat de vectoren lineair afhankelijk zijn) tot een maximum van \(90^\circ\) omdat het inwendige product \(1\) nooit negatief kan zijn.

Try Premium now!
Try Premium and ask Thoth AI unlimited math questions now!
Maybe later Go Premium
Study can be a real struggle
Why not UpStudy it?
Select your plan below
Premium

You can enjoy

Start now
  • Step-by-step explanations
  • 24/7 expert live tutors
  • Unlimited number of questions
  • No interruptions
  • Full access to Answer and Solution
  • Full Access to PDF Chat, UpStudy Chat, Browsing Chat
Basic

Totally free but limited

  • Limited Solution
Welcome to UpStudy!
Please sign in to continue the Thoth AI Chat journey
Continue with Email
Or continue with
By clicking “Sign in”, you agree to our Terms of Use & Privacy Policy